SV | En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt. |
WLC | וְהִנֵּ֞ה הָאִ֣ישׁ ׀ לְבֻ֣שׁ הַבַּדִּ֗ים אֲשֶׁ֤ר הַקֶּ֙סֶת֙ בְּמָתְנָ֔יו מֵשִׁ֥יב דָּבָ֖ר לֵאמֹ֑ר עָשִׂ֕יתִי [כַאֲשֶׁר כ] (כְּכֹ֖ל ק) (אֲשֶׁ֥ר ק) צִוִּיתָֽנִי׃ ס |
Trans. | wəhinnēh hā’îš ləḇuš habadîm ’ăšer haqqeseṯ bəmāṯənāyw mēšîḇ dāḇār lē’mōr ‘āśîṯî ḵa’ăšer kəḵōl ’ăšer ṣiûîṯānî: |
En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!